Tjalling is 22 en heeft een slaapziekte. Sneller dan een doorsnee-persoon valt hij in slaap en dat kan dus midden op de dag gebeuren. In onze maatschappij is dat al snel een drempel voor het krijgen van een baan, maar voor Bouwbedrijf Swart was het geen onoverkomelijk probleem. “Wanneer je wil dat iedereen in deze samenleving een kans krijgt, moet je er ook voor open staan om mensen die dat nodig hebben extra te helpen”, aldus Taeke Offringa. “Wij laten Tjalling twee keer per dag een extra uur pauze nemen, in de ochtend en de middag. In die pauzes gaat hij naar huis, waar hij een half uurtje slaap pakt. Met dat ritme houdt hij het een hele dag bij ons vol en hebben wij er een zeer gemotiveerde collega bij.”
Het klinkt zo gemakkelijk, maar Offringa – die twee jaar geleden ook al eens iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt in zijn bedrijf een kans gaf – wijst erop dat het wel een investering vergt. “Het gaat uiteraard verder dan flexibele werktijden. Je moet je gehele bedrijf erop instellen: intern moet je goede begeleiders hebben en het hele team moet het als het ware vanzelfsprekend vinden. In die zin ben ik trots op ons bedrijf. Het was altijd al een familiebedrijf en dat zijn we nog. In dat DNA zit ingebakken dat je elkaar respecteert en helpt. Het is de meest vruchtbare voedingsbodem om het beste uit je mensen te halen.”
Wethouder Gelbrig Hoekstra-Mozes gaf bij de overhandiging van het vignet aan dat bedrijven zoals Swart meer aandacht verdienen. “Werkgevers zoals bouwbedrijf Swart die bijdragen aan het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt moeten herkenbaar zijn en erkenning krijgen voor hun maatschappelijke bijdrage”, zo verklaarde ze. De ondernemer is daar blij mee. Offringa wijst op het dilemma dat menig ondernemer met een hart voor sociaal ondernemerschap zal herkennen. “In onze wereld draait bijna alles om de laagste prijs. Dat is in de bouw ook zo. Zo willen wij echter niet ondernemen. De jongen die wij drie jaar geleden een kans gaven, zat al jaren zonder werk en kreeg daar niet alleen mentaal maar ook lichamelijk last van. Het is geweldig om te zien hoe zo’n medewerker zich heeft ontwikkeld. Tegelijkertijd moet je realistisch zijn: extra begeleiding kost meer uren. Sociaal ondernemen doe je niet alleen, maar óók met je klanten. Ik vind het dan ook heel fijn om te merken dat er stapje voor stapje steeds meer opdrachtgevers zijn, die factoren als duurzaamheid en sociaal ondernemerschap belangrijk vinden.”
