De Hinde is al drie generaties een familiebedrijf, gestart door grootvader Ligthart. Harmen deed na de hotelschool ervaring op bij diverse bedrijven in de keuken en de bediening en is een gedreven chef-kok met een voorliefde voor streekproducten en eerlijke gerechten. Hij verbouwt een deel van de ingrediënten en kruiden, die hij in zijn gerechten gebruikt, in zijn eigen tuin en kas. Het andere deel wordt betrokken van regionale producenten. “Tenslotte zitten we in een schatkamer als het om mooie producten gaat en daar maken we dankbaar gebruik van. Het kost veel tijd en energie, maar je proeft het verschil. Goed is niet goed genoeg,” aldus Bea, geboren Stellingwerfse, die haar geboortestreek voor de liefde verruilde voor Hindeloopen. Ze is een echt mensenmens en oefent met passie het vak van gastvrouw uit.
Tweede huiskamer
En dat komt tot uitdrukking in de hele ambiance. Een terras met uitzicht op de oude haven, waar het ‘s zomers een vrolijk komen en gaan is van ‘bootjesmensen’, goedgeluimde mensen die geen haast hebben en dus voor een prettige sfeer zorgen. Een veelal internationaal gezelschap bovendien; Fransen, Engelsen, Duitsers. Een interieur dat past bij de statige maar sobere buitenkant van het pand en gerechten die herkenbaar zijn, zonder de modernistische ‘tierelantijnen’ en ‘frutsels’ van de sterrenrestaurants. Kakelvers en van topkwaliteit. Het is niet voor niets dat topkok Joop Braakhekke (overleden 2016), die vanouds in het zomerseizoen op zijn jacht ‘De Stoute Louise’ in Hindeloopen ‘bivakkeerde’, de Hinde als zijn tweede huiskamer beschouwde.
In 2017 werd Restaurant De Hinde uitgebreid met een logement op de bovenverdieping van het gebouw. Harmen Ligthart: “Dat hebben we gedaan om ons bedrijf mooier te maken. Het is een verlengstuk van wat we in het restaurant doen.”
Corona
‘Tsja, daar worden we niet vrolijk van. Je hebt je bedrijfsvoering afgestemd op een bepaald aantal stoelen en een ‘X’ bezetting en dan steekt dat venijnige coronavirus een spaak in het wiel. Gelukkig worden de teugels langzaam maar zeker gevierd en komt er duidelijkheid in wat wel en niet mag. Maar de komende periode wordt er niet leuker op met de batterij aan maatregelen die er van ons wordt gevraagd. We kunnen nu weliswaar plannen maken, maar seizoen 2020 kunnen we als grotendeels verloren beschouwen, want deze crisis is een kwestie van de lange adem. Het voorseizoen, voor ons een waanzinnig belangrijke periode, is zo goed als voorbij; daarnaast missen we Hemelvaart, Pinksteren, het skûtsjesilen en belangrijker nog, met de ‘anderhalve meter economie’ kun je geen buffer voor de winter opbouwen. Seizoen 2020 dus maar zo snel mogelijk vergeten.
Aan de andere kant is het gedeelde smart, want we zitten met zijn allen in hetzelfde schuitje. Het is zoals het is en laten we ons maar concentreren op wat we wel hebben. Tenslotte komt ook hier een eind aan.”