Er moet Swart iets van het hart. De boer in Nederland heeft het moeilijk en dat vindt hij onterecht. ALNN is daarom pro-boer. Naast het laboratorium heeft Swart thuis ook nog een melkveehouderij, grotendeels gerund door zijn jongste zoon Geart-Jan. Swart: “De afstand tussen boer en burger wordt steeds groter. Agrarische ondernemers doen gigantische inspanningen om op een dier- en milieuvriendelijke manier hun bedrijf te runnen en missen daarvoor vaak waardering. In de grote steden weten mensen nauwelijks meer wat een boer doet. Melk komt uit een koe, patat en chips zijn afkomstig van met zorg geteelde aardappelen. Ze komen dus niet zomaar uit de supermarkt. Het zou mooi zijn als dat besef er wat meer zou zijn.”
Acties om het beeld in positieve zin bij te stellen steunt Swart dan ook van harte. Zo had hij vorig jaar een week lang een aantal scholieren uit Amersfoort over de vloer op zijn boerderij. “En na een week is er alleen maar respect. Dan zien ze wat er echt gebeurt op een boerderij. Ik heb ze laten helpen bij het verzorgen van de dieren. En zelfs bij het afkalven. Dat maakt indruk.”
ALNN
In 1996 begint Swart samen met drie anderen ALNN. De medeoprichters zijn er inmiddels uitgestapt, wat Swart de enige eigenaar maakt. Inmiddels is Sietse, de oudste zoon van Swart, ook werkzaam in het bedrijf. In 2007 betrekken ze het huidige pand in Ferwerd dat op dat moment nieuw is gebouwd. Hij heeft tien mensen in dienst en er zijn zo’n veertig tot vijftig ZZP-ers die hij wanneer nodig als monsternemers inhuurt.
Swart omschrijft het bedrijf als een fysisch chemisch lab ten bate van de agrarische sector. Ze maken voornamelijk analyses van grond, voer en mest, maar er zijn daarnaast nog diverse andere dingen zoals bijvoorbeeld verteerbaarheidsproeven in maïs en onderzoeken voor de bio vergisting. De analyses zijn er vooral op gericht om inzichten te krijgen die de productie en de gezondheid van bodem, plant en dier bevorderen. Met de informatie kunnen boeren hun werkproces optimaliseren, bijvoorbeeld op het gebied van bemesting en voederrantsoenen.
Derogatie
Op dit moment heerst er een grote onzekerheid in veehoudend Nederland. Dit wordt mede veroorzaakt door de vele wet- en regelgeving. Het behouden van derogatie is er één van. Derogatie is een uitzonderingspositie die een land kan krijgen toegewezen door de Europese Commissie met betrekking tot mestregelgeving. Een land dat derogatie heeft, mag meer bemesting toepassen omdat de groeiomstandigheden en dus de opbrengsten gunstiger zijn.
Omdat de fosfaatproductie de afgelopen jaren te hoog was, is de Europese Commissie niet erg enthousiast om de derogatie voor Nederland opnieuw met vier jaar te verlengen. De huidige afspraak verloopt aan het einde van dit jaar en er is tot op heden nog onduidelijkheid over verlenging. Boeren maken nu plannen ervan uitgaande dat er derogatie blijft, maar weten eigenlijk niet waar ze aan toe zijn. Als de derogatie niet wordt verlengd, dan is dat volgens Swart een strop voor de meeste boeren en daarmee ook onze economie.
Topsporters
Niet alleen de derogatieregeling is een zorg voor Swart. “Met alle regels die er worden opgelegd komt er veel druk te staan op de boeren en de middelen die ze tot hun beschikking hebben. Grond heeft bijvoorbeeld de juiste behandeling nodig om te kunnen blijven produceren. Hier hoort natuurlijk laboratoriumonderzoek bij. Nederland is maar zo’n postzegel en we zetten de vruchtbare grond die we hier hebben enorm onder druk door steeds meer aan de landbouw te onttrekken.”
“Ook koeien moeten op de toppen van hun kunnen melk leveren, want ze worden steeds meer gestuwd naar hogere productie”, vervolgt Swart zijn verhaal. “Koeien en boeren zijn topsporters. Ik zou graag zien dat de regelgeving niet alleen het boerenbedrijf raakt, maar dat er andere keuzes gemaakt worden waarbij iedereen in het proces de lasten draagt. Er zijn mooiere tijden geweest voor boeren, maar ondanks dat blijft het prachtig werk.”