Branche Bouw

Sinds 2009 is het architectenbestand desastreus geslonken, aldus Jan Tromp, eigenaar van Tromp Partners Architecten uit Joure. Maar ten opzichte van het aangeboden werk blijft het aantal architecten dat naar opdrachten dingt, hoog. “De nieuwbouw ligt stil, beweging zien we vooral bij de zorg en de scholenbouw. Dus storten we ons daar met zijn allen op, maar niet iedereen heeft daarvoor dezelfde kwaliteit in huis,” aldus Tromp, zelf gespecialiseerd in scholenbouw en multifunctionele accommodaties. Opdrachtgevers hebben nog steeds de neiging zich te laten verleiden, constateert Tromp: “De markt ziet architecten te veel als kunstenaars en vormgevers. Daarnaast worden selecties van partijen bepaald door emotie en persoonlijke ambities in plaats van het gezonde verstand.”

 

Realiteitszin zoek

Want wie voor verleiding kiest krijgt vroeg of laat de kous op zijn kop: een project blijkt te duur of niet geschikt. Tromp: “Een school moet gebouwd worden waar het voor bedoeld is; het geven van onderwijs. Maar al te vaak wordt er te veel geld gestoken in de buitenkant. De rekening wordt gepresenteerd zodra zich klachten voordoen bij de gebruikers van het gebouw. De realiteitszin is zoek.”

Want het kan wél. Tromp: “Onlangs hebben we een woningbouwproject opgeleverd dat binnen twee maanden verkocht was. Maar je moet wel weten voor wie je het gaat maken. Met andere woorden: waar is markt voor. Als architect willen wij partner zijn in het bouwproces; de adviseur voor de opdrachtgever.” Er wordt nog steeds traditioneel gedacht en gehandeld in de bouw, aldus Tromp: “Er zou met veel meer inbreng van kennis en vaardigheden in het allereerste stadium gewerkt kunnen worden. Dat vraagt om vertrouwen en dat moet je verwerven. Men gaat te gemakkelijk voor het dubbeltje op de eerste rang. Die fixatie op prijs is een vorm van kortetermijndenken waar kwaliteit niet mee gebaat is.”

 

Aanbestedingen zijn vooral race to the bottom, dat zou anders moeten, bevestigt Rolf Koops, manager bij Bouwend Nederland en secretaris bij de Noordelijke Regieraad Bouw. “Opdrachtgevers zouden niet alleen op prijs maar nadrukkelijk ook op andere zaken moeten selecteren zoals kwaliteit en prestaties op het gebied van duurzaamheid. Of neem ook het beheer en onderhoud voor de komende decennia mee in een aanbesteding. Je krijgt er waardering van de klanten voor terug en ondernemers krijgen de kans zich te onderscheiden.” Professionele opdrachtgevers zouden meer stappen kunnen maken door ketensamenwerking te stimuleren: “Het werkt kostenbesparend en is bevorderend voor duurzaamheid.”

 

 

Innovatie

Wiebo de Vries is samen met compagnon Erik Moorlag directeur van Cenes, gespecialiseerd in scheepbetimmering, standbouw en interieurbouw. Ondanks de recessie gaan de zaken goed. De Vries: “Met name in de scheepsbetimmering hebben we momenteel veel werk. Wel zien we een dip in de standbouw. Het aantal beurzen is de afgelopen tijd flink teruggelopen, dat baart ons wel zorgen.“

De Vries is warm voorstander van de terugkeer van de 6% regeling. “Het heeft bewezen vruchten afgeleverd, met name in het vierde kwartaal van het afgelopen jaar.” Perspectief ziet De Vries in de technologische ontwikkelingen. Wiebo de Vries: “Zo kan onze freesmachine elk materiaal aan in welke vorm dan ook, dat betekent dat er veel meer mogelijk is in de toepassingen. Daarnaast zien we veel ontwikkelingen in materiaalgebruik, veel constructies worden gelijmd, dat is minder belastend voor het milieu.”

Leen Hofman is samen met compagnon Alexander van der Goot eigenaar van DVJ Holding in Joure. Het bedrijf houdt zich naast grond-, weg en waterbouw ook bezig met bodemonderzoek en bodemsaneringen. Hofman ziet in zijn vak hergebruik van materialen toenemen en het handwerk meer en meer verdwijnen. Hofman: “Bij het uitzetten werkte je voorheen nog met een waterpastoestel, daar had je twee mensen voor nodig. Ook een meetlint moet je aan twee kanten vasthouden. Dat gaat nu allemaal razendsnel via GPS. De opmars van de digitalisering is nog lang niet ten einde. Er is zelfs sprake van de ontwikkeling van een straatrobot.”

 

 

Lange termijn

Door de recessie blijft er ook werk liggen, of het wordt in elk geval zo lang mogelijk uitgesteld. “Daardoor ontstaat achterstallig onderhoud”, aldus Hofman, “zo liggen onder de grond honderden kilometers riool die vervangen moeten worden. Onderhoud kun je niet uit blijven stellen. Je moet je land wel blijven onderhouden.” “Het is verleidelijk om werk te laten liggen, het riool ligt onder de grond dus je ziet het niet direct. Maar wie uitstelt is straks duurder uit,” valt Koops bij. “Niet voor niets zijn beheer en onderhoud een vast onderdeel van programmabegrotingen. Je kunt als argument aanvoeren dat er op het ogenblik geen geld is. Maar werk laten liggen is en blijft een politieke keuze.”

Er wordt wat al te vaak in grote projecten gedacht, vindt Koops: “De Centrale As, Knooppunt Joure, het zijn prachtige ontwikkelingen. Maar bedenk ook dat de grote bulk van het werk in het gewone onderhoudswerk zit. Het is de levensader van de branche én het het is beter voor de lange termijn.”

Tromp ziet veel ‘achterstallig onderhoud’ in de vorm van leegstand van bedrijfspanden: ”In de toekomst zullen we veel aandacht geven aan herstructurering, er staat een inhaalslag voor de deur: kijk naar al die leegstand. Al die leegstaande bedrijfspanden kunnen we bijvoorbeeld aanwenden tot woonfunctie. Dat vraagt om een omslag in het durven en denken maar ook om het aandragen van nieuwe toepassingen en slimme oplossingen.”

Delen via

Vergelijkbare berichten