Café De Prins-H Leeuwarden, Pleisterplaats voor gezelligheids-’beesten’

Izak-Jan Rusticus (65), patron van Café De Prins-H aan de Prins Hendrikkade in Leeuwarden, is ongetwijfeld een van de meest markante horecaondernemers die de Friese hoofdstad telt. Een mensenmens, die het klappen van de zweep als geen ander kent. Die weet wat er speelt in de branche, bij zijn klanten en personeel. Hij is onlangs 65 geworden en was van plan om met een jaar of drie een stapje terug te doen, maar ziet die plannen in duigen vallen door de Coronacrisis.

Aanvankelijk had hij voor zichzelf een heel andere carrière voor ogen, aan de andere kant van de wereld, maar het liep anders. Hij vertelt: “In Californië ben ik zes maanden vrachtwagenchauffeur geweest. Hard werken, maar een mooie tijd. Bij een grote varkensfokker in Canada dacht ik een toekomst op te kunnen bouwen, maar toen er na drie maanden hard werken nog geen cent op mijn bankrekening was bijgeschreven, hield ik Canada voor gezien en besloot ik naar ‘it heitelân’ terug te gaan, waar ik aan de slag kon bij Bar-Dancing Barcorolle.”

Eigen baas

Het ondernemerschap lonkte. Op 29 januari 1984 nam hij ‘De Prins’ over met een beetje hulp van een sponsor. Het café bestond toen nog geen twee jaar en balanceerde op het randje van een faillissement. Dankzij de ervaring die hij had opgedaan in onder meer het Hollandia Hotel van zijn vader, gevestigd aan de Lange Marktstraat, drie jaar achter de toog van de Doelebar en een periode in Bar-Dancing Barcorolle, was hij gepokt en gemazeld in het horecavak. “De Prins-H bleek vanaf dag één een schot in de roos. In het tweede jaar draaide ik de hoogste omzet per vierkante meter in heel Noord-Nederland en in 1989 kwamen er, als eerste bruine café in het Noorden tanks onder de vloer, iets wat tot die tijd voorbehouden was aan grote horecabedrijven als discotheken.” Nu, 36 jaar later, kijkt Izak-Jan Rusticus terug op een mooie tijd, alhoewel hij waarschijnlijk het lopende jaar liever vergeet.

Zand in de raderen

“Corona is een regelrechte ramp voor de horeca. Dit komt ook niet goed. Vanaf 15 maart zijn we dicht en ik zie een gitzwarte toekomst voor onze sector. Voordat wij weer open mogen, zitten we volgens mij in najaar 2020 en voordat alles weer bij het oude is zijn we anderhalf jaar verder. En die ‘anderhalve meter economie’ gaat niet werken in onze branche. Ga maar na: als ik onder normale omstandigheden 140 man in de kroeg zou hebben staan, kan ik er onder de huidige regelgeving maximaal veertien kwijt. En je hoeft geen Einstein te zijn om te begrijpen dat een kroeg daar niet op kan draaien. Bovendien weet iedereen dat als je vier glazen bier op hebt je binnen de kortste keren met de hand om de schouder van je buurman een vijfde bestelt: ‘Izak, doe ons er nog even twee’. “

“Ik was van plan om over een jaar of drie een stapje terug te doen, maar dat zal nu wel een jaar of vijf worden. En als dit lang duurt ben ik bang dat ik ook aan ‘mijn potje’ moet beginnen en dat was niet de bedoeling. Kortom, er gaan voor september behoorlijk wat bedrijven op de fles.” 

Foto: Simon van der Woude.

Delen via

Vergelijkbare berichten