Dertig jaar OF

maart 3, 2020

Vrijdagmiddag. Borreltijd. Locatie: het sfeervolle Café Aan de Gracht in hartje Sneek. Aan tafel: 7 bladenpioniers. En het duurt niet lang of de herinneringen vliegen over de met borrelgarnituur versierde tafel.

“De Zakenspiegel (lange tijd grote concurrent, red.) was er eigenlijk eerst”, herinnert Van Leeuwen zich. “Frits en ik werkten voor ze als freelance verkopers. Dat konden we goed. Maar met de nieuwe eigenaren (Onno Reitsma en Heleen Dingemanse, red.) kwam er een andere strategie. Hogere tarieven en een meer high profile positionering, gericht op het grote zakenleven. Met name in Leeuwarden. Dat zagen wij niet zo zitten. Wij wilden dicht bij onze markt blijven. Het mkb, de detailhandel, zelfs de agrarische sector. Zo zijn we op het idee gekomen om voor onszelf te beginnen. In 1989 was het zo ver. Boven de Friesland Bank in hartje Sneek begonnen we met Ondernemend Friesland. Een soort zakenboekje op A5-formaat.”

“Het was een spannende tijd”, herinnert Visser zich. Ik zie onze oude computer met drie kartonnen floppydrives nog staan in het kantoor. Dat was onze inventaris. En uiteraard de telefoon; dat was onze levensader. Advertenties verkopen ging in die tijd gemakkelijk.”

Van Leeuwen: “Waarbij het onze kracht was dat we mikten op de kleine ondernemer. En overal kansen zagen: de agrarische sector, maar ook de bouw en andere specifieke sectoren. Naast Ondernemend Friesland deden we bovendien nog veel meer uitgaven.”

Verkopen

Zo groeide de uitgeverij als kool, waarbij er in de topjaren wel zo’n dertig man op de loonlijst stonden. “Verkopers komen en gaan; de één kan het wel; de ander bakt er niets van”, vertelt Visser. “Op basis van de resultaten kreeg je al gauw een natuurlijke selectie.”
Zo kwamen ook jonge broekies Ying Mellema en (even later) Ard Alderts binnen het bedrijf snuiven aan het verkoop vak. “Alle begin is moeilijk en dat geldt zeker voor het verkopen van advertenties”, herinnert Ying Mellema zich. “Ik heb me de eerste dagen helemaal suf heb gebeld en ik verkocht totaal niets. Je werd er gek van. Maar door steeds maar weer vol te houden begin je toch de kneepjes van het vak te leren. En dan kom je op een moment in een flow en lukt het allemaal ineens wél.”

Ard en Ying hadden beide hun sollicitatie goed voorbereid”, herinnert Visser zich. “Ze hadden een keurige cv mee.” Gerard van Leeuwen, inhakend: “Zo lazen we dat het marathonschaatsers waren. Deze jongens moesten we hebben, wisten we. Die waren door de sport al gewend om zichzelf af en toe keihard tegen te komen. Volhouders dus.”

In die tijd – we spreken rond 1986 – bekwaamde huidige OF-uitgever Willem Brouwer zich in Drachten in hetzelfde verkoop vak, bij Adrem. Later werd hij er bedrijfsleider en regiomanager. Het geheim van goed verkopen? “Inderdaad goed kunnen incasseren als je vaak een ‘nee’ te horen krijgt ”, aldus Brouwer. “Maar een verkoper moet vooral ook goed naar de klant kunnen luisteren.”

Ard Alderts en Ying Mellema zijn het er roerend mee eens. Alderts: “En daarbij moet je ook een goed team hebben. Bij Ondernemend Friesland hádden we zo’n team. Frits en Gerard lieten ons vrij. We konden doen en laten wat we wilden, als we onze targets maar haalden.”

Pokkehekel

Mellema: “Och jongen, we hebben zoveel gekke toestanden beleefd. Het was op kantoor een grote speelse bende. ‘ s Ochtends begon de werkdag met krant lezen en koffiedrinken en voor we het wisten waren we ook nog spelletjes aan het doen. Maar we zorgden wél dat we onze targets haalden en wanneer iemand even wat stroef liep met verkoop speelden we elkaar commerciële inkoppertjes toe. Iedereen vertrouwde elkaar en dat gaf energie.”

“Het is de enige manier waarop ik kan én wil werken”, aldus van Leeuwen. Ik had er een pokkehekel aan om personeel aan te sturen en te wijzen op hun verantwoordelijkheden. Ik doe alles op vertrouwen. Gelukkig had ik Frits wanneer het met personele kwesties ingewikkeld begon te worden. Hij mocht het dan oplossen, want dat kon hij ook veel beter.”

Grootste fout

Vooral op basis van vertrouwen in de klanten werden er in die tijd ook advertentiedeals geregeld en facturen verzonden, zo leren we. Achteraf bekeken beschouwt Van Leeuwen dat als zijn grootste fout. “Ons debiteurenbeheer was in die tijd een zootje. En wanneer je dat niet op orde hebt ga je onherroepelijk geldverliezen”. Visser: “Gerard heeft er een hekel aan wanneer hij om geld moet leuren; ik ben dan vasthoudender. Het is wel voorgekomen dat ik bij een wanbetaler de winkel binnen liep en zonder blikken of blozen de typemachine meenam.”

Gedoe
Met de groei kwam ook het gedoe van veel personeel en alles wat er verder bij management komt kijken. Niets voor Van Leeuwen en ook Visser voelde de tijd naderen dat ze de zaak wilden verkopen. Alderts en Mellema bleken de logische troonopvolgers; later aangevuld met drie andere aandeelhouders. “We kenden elkaar door en door”, zegt Mellema. “Niet alleen van het werk, maar ook van de voetbalclub (ONS, red.) en het leven in Sneek. Uiteindelijk hebben we het bedrijf in 1999 kunnen kopen. Voor hoeveel? Dat zeggen we natuurlijk niet. Maar om niet kinderachtig te zijn: het was in die tijd wel een bedrag met bijna zeven cijfers.”

De groei ging door, maar stagneerde rond 2004. De markt veranderde, uiteraard door de komst van internet. En het leek er een beetje op dat het kleine zakenboekje qua formule de beste tijd had gehad. “En toen klopte Menno Bakker bij ons aan, met nieuwe en frisse ideeën”, herinnert Alderts zich. “We stonden daarvoor open, want ook wij zagen dat er wel iets moest gebeuren. Zo gingen we over op een groter formaat, kregen we een modernere huisstijl en tuigden we ook een mooie website op. Redactioneel werden we volwassener en ook wel creatiever.”

“We geloofden nog steeds in een papieren uitgave”, zegt Mellema. “Maar we waren er wel van overtuigd dat de formule wel met de tijd mee moest groeien.  Je verkoopt niet alleen meer advertenties, maar totaalcontracten, waar ook vrije publiciteit in het magazine en online presentaties bij horen.”

Het was vooral bij Ard Alderts dat het na enkele jaren toch begon te knagen. “Een magazine uitgeven is hectisch. Er zijn altijd deadlines; het is altijd korte termijn. Met name dat laatste begon mij te storen. Ik had zin om met klanten langdurige relaties op te bouwen en het meer over strategie te hebben.”

Zo kwam het dat Ondernemend Friesland in 2011 opnieuw in andere handen over ging. Dit keer mocht Willem Brouwer – inmiddels ook al een aantal jaren ondernemer – zich de gelukkige eigenaar noemen, aanvankelijk samen met een tweetal compagnons en vanaf eind 2013 solo. “Ik heb een aantal mensen kunnen overnemen”, zegt Brouwer. “Een paar verkopers en ook bladmanager en fotograaf Ed Klijnman, die ook al een aantal jaren bij Ondernemend Friesland had gewerkt, bleef. Ook de samenwerking met Menno als hoofdredacteur kreeg een vervolg. Zo heb ik op basis van continuïteit mijn accenten kunnen leggen. De eerste jaren waren financieel niet gemakkelijk, ook vanwege de dip die de economie de jaren daarvoor had gehad. Maar het staat nu weer gezond op de rails.”

Twee letters

Die accentverschuivingen waar Brouwer op doelt betroffen vooral het terugbrengen van het aantal edities naar acht per jaar en een sterke focus op jaarcontracten en langdurige afspraken, waardoor er meer structuur in de werkprocessen kon worden gebracht. Daarbij probeert ook Brouwer OF méér te laten zijn dan een partner voor de korte termijn. “OF is inmiddels een echt merk. Ik hoef de naam nergens meer voluit uit te spreken; aan die twee letters hebben mensen genoeg. Ze weten ook wat ze aan ons hebben: een partner waar adverteerders hun verhaal kwijt kunnen, in de vorm van advertenties of artikelen, maar ook door gratis hun nieuwsberichten te uploaden naar de website, die ook goed wordt bekeken. Het is een heel pakket van magazine, website en social media, een mooi podium voor elke ondernemer!”

Dat merk met die twee letters heeft inmiddels dus vele vaders gekend. Vraag is: hoe gaat het nu met al die mannen? Gerard werkt nog altijd samen met Frits aan enkele periodieken, zo vernemen, hoewel laatstgenoemde het even rustiger aan doet in verband met zijn gezondheid.  Met Business Communications Uitgevers geeft Van Leeuwen nog veel periodieken uit en doet hij erg veel in de zorg. Zijn eigen werkzaamheden zijn vooral journalistiek van aard. Zo is hij onder andere columnist voor Groot Sneek, een uitgave van Ying Media.

Ook Mellema is het uitgeversvak dus trouw gebleven (zie kader). “Ik vind het nog steeds mooi om mooie titels te hebben en de dynamiek te voelen van uitgeven. Al moet ik wel bekennen dat ik me wel eens afvraag: moet ik altijd maar in dit tempo doorrazen? Ik heb het antwoord op die vraag nog niet gevonden.”

Ard Alderts heeft met compagnon Sytse Prins het strategische marketingbureau Sprog, gevestigd in een fraai pand in hartje Joure. “We doen de dingen die we leuk vinden. We werken veel met jongeren; zo weten we bij de tijd te blijven.”

Willem Brouwer is ondertussen nog full swing bezig met Ondernemend Friesland en ook nog tal van andere magazines. Zoals de meest van zijn leeftijdsgenoten wil hij echter geen slaaf zijn van zijn werk. “Ik vind mijn werk interessant en uitdagend, maar ik ben er niet mee getrouwd. En ik heb nog andere passies, zoals voetbal (Brouwer traint op dit moment voor de tweede keer in zijn carrière Harkemase Boys, red.). Dat kost natuurlijk allemaal tijd. Ik ben er dus wel op gefocust om OF zo te organiseren dat dit ook kán.”

Verjonging is daarbij zoals bij zoveel bedrijven de sleutel naar de toekomst. Oudgediende Ed Klijnman vindt dat inspirerend. “Jongeren geven nieuwe ideeën. Maar het is ook leuk wanneer je ze met jouw ervaring iets kunt meegeven.”

Vrijheid

Op de vraag ‘waar sta je over vijf jaar’ blijken alle betrokkenen opmerkelijk nuchter, zelfs ietwat afhoudend. “Vijfjarenplannen bestaan bijna niet meer”, stelt Alderts. “Daarvoor verandert de wereld te snel. Gewoon de dingen blijven doen die je leuk vindt.”

Brouwer: “Ik koester als ondernemer vooral de vrijheid. Dat je jouw eigen pad kunt uitstippelen.” Aan tafel klinken instemmende geluiden. En dan lijkt het even een nanoseconde stil. Alsof bij alle tafelgenoten het besef indaalt dat OF hen allen nu en in het verleden op geheel eigen wijze de vrijheid heeft gegeven om te doen wat ze leuk vinden: van dag tot dag ondernemen, producten maken en een beetje geld verdienen. En dat zonder al te veel vergezichten. De heren krijgen een extra twinkeling in de ogen wanneer het gaat over kinderen, kleinkinderen, aankomende schaatstochten op de Weissensee en het besturen of trainen van plaatselijke voetbalclubs. Er wordt vooral met de dag geleefd. Van Leeuwen: “Ach ja, aard van het beestje. Mijn accountant zegt wel eens; ‘wanneer ga jij nu eens nadenken over de toekomst?’”

Delen via

Vergelijkbare berichten