Tijdens een inspiratiebijeenkomst van de Freonen fan Fossylfrij Fryslân bij Firda in Leeuwarden op woensdag 25 juni stonden aquathermie, geothermie en warmte-koudeopslag centraal. Lucek Wolthekker (multiQ – MEFA Energy Systems), Gerk Jan Kuipers (Gemeente Leeuwarden), Ivar Nijenhuis (directeur/projectleider Warmte van Leeuwarden) en Koos Agtereek (Gemeente Leeuwarden) deelden hun inzichten en praktijkervaringen met deze duurzame technieken die een cruciale rol spelen in de energietransitie, met bijzondere aandacht voor Friese toepassingen.
Lucek Wolthekker presenteerde de mogelijkheden van kleinschalige aquathermie met de focus op TEO (Thermische Energie uit Oppervlaktewater). Hierbij wordt warmte uit rivieren, kanalen en vijvers via warmtewisselaars en warmtepompen benut voor gebouwen aan of op het water, zoals woonarken, kantoren en woningen. De COP-waarden van deze systemen zijn hoog en concurrerend met bodemenergie. MEFA ontwikkelde modulaire kunststofpanelen die als warmtewisselaars functioneren, inzetbaar onder steigers, aan beschoeiingen of in kelderconstructies. Voorbeelden zijn onder meer projecten in Goutum, Balk, Leeuwarden (Groote Wielen), het IJ en zelfs een recreatiepark in Londen. De systemen zijn schaalbaar (2–160 kW) en vergen weinig onderhoud.
Project in Baard
Vier jaar geleden kregen alle Nederlandse gemeenten van het Rijk de opdracht om een plan op te stellen voor de overstap van aardgas naar duurzame warmtebronnen in 2050. “In Leeuwarden leeft nog steeds de ambitie om diepe aardwarmte te benutten”, aldus Gerk Jan Kuipers van de gemeente Leeuwarden. Daarmee zouden in potentie duizenden woningen verwarmd kunnen worden. Maar om de warmtetransitie te laten slagen, is een mix van oplossingen nodig.” Ook ging Kuipers in op een pilotproject in Baard, onderdeel van het Europese aquathermieprogramma. “Baard fungeert hierbij als leeromgeving voor de toepassing van aquathermie in kleinschalige, dorpsgerichte warmtenetten.”
Geothermie
Ivar Nijenhuis, directeur/projectleider van het project Warmte Leeuwarden, ging in op geothermie. “Geothermie – warmte uit de aarde – is een duurzame energiebron met veel potentie, maar nog relatief weinig toegepast”, meldt Nijenhuis. “Wereldwijd wordt momenteel minder dan 1% van de energie opgewekt via geothermie, maar dit kan volgens het International Energy Agency (IEA) groeien tot 5% in 2050. Geothermie biedt een constante (“baseload”) warmtebron, is lokaal beschikbaar en ruimte-efficiënt. In Nederland werd in 2018 geschat dat geothermie bijna een kwart van de warmtevraag zou kunnen dekken. De techniek werkt door heet water uit diepe aardlagen (2 tot 3 km) omhoog te pompen, warmte over te dragen aan een warmtenet en het afgekoelde water weer terug te pompen. Warmte-opslag in de zomer (HTO) is een aanvullende oplossing om de seizoensverschillen op te vangen.”
In Leeuwarden wordt gewerkt aan een grootschalig geothermieproject door Geocombinatie Leeuwarden BV, met ondersteuning van de gemeente en warmteleverancier Ennatuurlijk. Hoewel de eerste boring in 2021 niet het gewenste resultaat opleverde door een lage doorlaatbaarheid van de aardlaag, worden er nieuwe opties onderzocht, waaronder het inzetten van warmtepompen en HTO. Shell is uit het project gestapt, maar de overige partners zetten het werk voort. Doel is om een stadsbreed warmtenet te realiseren dat gefaseerd wordt uitgerold, waarmee duizenden woningen en bedrijven in Leeuwarden van duurzame warmte kunnen worden voorzien.
Warmte-koudeopslag
Warmte- en Koudeopslag (WKO) is een techniek waarbij warmte en koude ondergronds in de bodem worden opgeslagen om gebouwen duurzaam te verwarmen en te koelen. “Dit gebeurt met behulp van bronnen in de bodem, waarbij in de zomer warmte wordt opgeslagen voor gebruik in de winter, en omgekeerd”, aldus Koos Agtereek van de gemeente Leeuwarden. “De techniek is met name geschikt voor gebouwen met zowel warmte- als koudevraag, zoals kantoorpanden of utiliteitsgebouwen en voor toepassing in warmtenetten, zoals in de Leeuwarder wijk Heechterp.”
“WKO is op veel locaties een kansrijke oplossing, zeker wanneer het wordt gecombineerd met andere technieken zoals lucht/water-warmtepompen, restwarmte (bijvoorbeeld van een RWZI) en grote warmtebuffers. Daarnaast kan het bijdragen aan het verminderen van netcongestie. Wel is het belangrijk om vooraf te onderzoeken of de bodem geschikt is, of er al andere systemen in de buurt zijn, en of er bij een onevenwichtige warmtevraag voldoende regeneratie mogelijk is.”