De nulmeting vond plaats in 2005. In 2007 vond nog een tussenmeting plaats en de eindmeting heeft in 2010, plaats gevonden. Bij de nulmeting scoorde Leeuwarden nog onder het gemiddelde. Bij de bepaling hiervan wegen vooral de uitkomsten van de 31 grootste gemeenten (G31) in Nederland zwaar . Bij de eindmeting blijkt echter dat Leeuwarden een flinke inhaalslag heeft gemaakt en Leeuwarden bij gemiddelde aansluit.
Er is onder andere gemeten op zogenaamde ‘fysieke’ onderwerpen (zoals bereikbaarheid, veiligheid, beschikbare ruimte) en op gemeentelijk beleid (zoals onder andere het stimuleren van starters en het beleid voor promotie en acquisitie). Opvallend is dat geen van de onderdelen slechter wordt beoordeeld dan ten tijde van de nulmeting.
De mate van aandacht voor het verbeteren van het ondernemingsklimaat en het arbeidsmarktbeleid zijn het sterkst in de waardering gestegen, maar ook het stimuleren van starters en een fysiek aspect als bereikbaarheid worden aanzienlijk beter ervaren dan enkele jaren geleden. Bij de algemene beoordeling steeg het landelijke gemiddelde van een 6,5 naar een 6,8. Leeuwarden steeg van een 6,4 naar 6,8.
Verantwoordelijk wethouder Henk Deinum is verheugd over de uitkomsten. “ Toen Leeuwarden in 2005 werd geconfronteerd met die ondermaatse score was het doel om binnen vijf jaar bij het gemiddelde te horen. Dat is dus gelukt en daar is hard aan gewerkt. Dat we op de hardware, zoals wegen en parkeergelegenheid, vooruitgang hebben geboekt is denk ik wel duidelijk. Het project ‘revitalisering Leeuwarden West’ is een mooi voorbeeld. In nauwe samenwerking met de ondernemers is het gebied de afgelopen jaren opgeknapt. Straten zijn verbeterd, rails verwijderd, groenvoorzieningen zijn aangelegd en je zag dat diverse bedrijven juist in die periode ook hun bedrijfspand opknapten. Verder is het ook fijn te concluderen dat ondernemers ook onze andere inspanningen weten te waarderen. Zo hebben we met het servicepunt bedrijven hebben we één loket gecreëerd waar ze bedrijven terecht kunnen mij met de meest uiteenlopende vragen. En ook starters proberen we actief te helpen.”
De wethouder merkt op dat het stimuleren van economisch beleid nooit af is. “Klantvriendelijk zijn, nieuwe bedrijvigheid trekken; focussen op een aantal speerpunten, zoals kennis, energie en water. Dat is keihard werken. Tegelijkertijd willen we ook de bestaande Leeuwarder bedrijven zo goed mogelijk faciliteren. Je maakt daarbij vaak twee sprongen voorwaarts en soms weer één achterwaarts, bijvoorbeeld wanneer een bepaalde ontwikkeling door externe omstandigheden wordt vertraagd. Dat hoort er allemaal bij. Vast staat dat we de komende jaren ondanks noodzakelijke bezuinigingen fors zullen blijven investeren in het stimuleren van het ondernemersklimaat.”
Het onderzoek ‘Gemeentelijk ondernemingsklimaat 2010’ is uitgevoerd door ECORYS Nederland BV in Rotterdam, in opdracht van Ministerie van Economische Zaken. Doel is om de resultaten te meten van de rijksgelden die in het kader van het ‘ Grotestedenbeleid’ zijn geïnvesteerd in het stimuleren van het ondernemersklimaat, met name in de grotere steden van Nederland.