Er is een valkuil: nostalgie. Natuurlijk nostalgie is een authentiek gevoel, maar nostalgie moet niet te sentimenteel worden. Nostalgie heeft grote waarde als zij ons tot reflectie en inzicht brengt. Op dit ogenblik zijn de jaren ’60 erg ‘in’. Het revolutiejaar 1968 is nu 50 jaar geleden en alle babyboomers denken met nostalgie terug aan Puch’s, Zundapp’s, Exota en vakanties in Appelscha. Prima, houden zo. Maar voor Fryslân en de Friezen is het ook belangrijk om die periode goed te leren kennen. Het was namelijk de periode waarin Fryslân zich definitief tot de moderne tijd bekeerde. Legendarisch is nog altijd de grote Frisiana-tentoonstelling in 1963 in Leeuwarden. Met tienduizenden bezoekers is dit nog altijd één van de grootste manifestaties in Fryslân ooit. Uit de hele provincie kwamen mensen zich vergapen aan tentoonstellingen over technologische innovaties, over alles wat de provincie te bieden had. Ook werd aandacht besteed aan traditionele ambachten en legde men de verbinding met het verleden, maar alles was er op gericht om de wereld te laten zien hoe oude waarden kracht en vitaliteit gaven aan de toekomst. Heel opmerkelijk was de rol van de moderne kunst in de Frisiana. De organisatie koos niet voor bekende kunstenaars, maar gaf alle ruimte aan nieuwe, jonge talenten die ook nieuwe vormen van abstracte en expressionistische kunst lieten zien. Het was het begin van een decennium vol experiment en vernieuwing in maatschappij, politiek, literatuur en kunst. Wie denkt dat alles pas begint in de 21e eeuw, zou zich eens in de jaren ’60 moeten verdiepen om te ontdekken welke dynamiek daar ontstond, maar vooral hoe verleden, heden en toekomst werden verbonden in een inspirerende en krachtige mix van activiteiten en ontwikkelingen.
In het kader van LF18 laat Tresoar, het Fries historisch en letterkundig centrum, zien wat er op literair en cultureel gebied in de jaren ’50, ’60 en ’70 gebeurde. Tresoar, zelf gehuisvest in één van de mooiste jaren ’60 gebouwen van Fryslân aan het Oldehoofsterkerkhof, vertelt het verhaal van de jonge Friese schrijvers en dichters die de gezapigheid beu waren en aansluiting zochten bij internationale ontwikkelingen. In het tijdschrift Quatrebras verenigden schrijvers, kunstenaars en musici zich en vormden zij de culturele avantgarde van de provincie, met interessante contacten met vooruitstrevende kunstenaars in Vlaanderen en Italië. Zij creëerden een klimaat dat ook mensen van buiten aantrok. In de loop van de jaren ’60 en in de jaren ’70 vestigden zich tientallen kunstenaars uit binnen- en buitenland in onze provincie. Het was de tijd dat kunst zich verplaatste van de stad naar het platteland en Fryslân werd opeens een culturele broedplaats. In Tresoar wordt via grote LED-schermen en met een tentoonstelling over Quatrebras dit internationale verhaal verteld.
Maar Tresoar laat ook zien hoe de kunstenaar van die tijd de kunstenaar van deze tijd kan inspireren. Met vier grote en indrukwekkende poëziemachines hebben Friese dichters en kunstenaars nieuw werk gecreëerd dat geïnspireerd is op de traditie van de visuele poëzie, de relatie en interactie tussen tekst en beeld. Toegegeven, niet iedereen is intensief met literatuur en kunst in Fryslân bezig. Maar wie kennis neemt van de vitaliteit en creativiteit van de Friese cultuur in de afgelopen decennia kan niet anders dan geïnspireerd raken en tot de overtuiging komen dat onze provincie toekomst heeft en toekomst maakt door cultuur hoog in het vaandel te dragen.