De eerste echte herfststorm raast over het land als wethouder Frans Veltman aan tafel schuift met Klaas Jongsma (voorzitter businessclub Gaasterland en omstreken), Robert Walinga (voorzitter vereniging van bedrijven in Lemmer) en Bart Hakbijl (secretaris ondernemersvereniging Skasterlân). Het gesprek vindt plaats in een zaal van golfclub Burggolf in St. Nicolaasga. Ondanks het slechte weer, zijn er wel degelijk enkele dappere zielen te zien die zich wagen aan een rondje door de baan. In de warme vergaderzaal leggen de aanwezigen uit hoe deze nieuwe vorm van samenwerken tot stand is gekomen.
‘Niet langer ieder z’n eilandje’
Voordat de drie gemeenten de krachten bundelden, verliep het contact tussen de ondernemers en het gemeentehuis op een vrij ouderwetse manier. “Je kon bij wijze van spreken vanuit je kantoor zien of de wethouder aanwezig was en dan even bij hem binnenlopen”, vertelt Robert Walinga. “Het contact met de ondernemersverenigingen onderling liet vaak ook te wensen over en was over het algemeen te informeel. Het was hapsnap en iedereen verdedigde zijn eigen hoekje. Nu staan we naast elkaar en smeden we steeds meer een collectief. Met elkaar, niet langer op een eiland. Op die manier hebben we echt een stap voorwaarts gezet.”
“Met de fusie van de drie gemeenten hebben we al het beleid tegen het licht gehouden”, aldus wethouder Veltman. “Hoe pakken we het aan en hoe gaan we in de toekomst verder? De ondernemersverenigingen waren direct bereid om de koppen bij elkaar te steken en in overleg te gaan over de toekomst van de gemeente. We zijn inmiddels op het punt dat we gezamenlijk het nieuw op te stellen sociaal-economisch beleid oppakken.”
De drie gemeenten hebben verschillende paden te bewandelen. Zo is de groei van Skarsterlân minder spectaculair dan die van Lemsterland en Gaasterlân-Sleat. In de laatstgenoemde gemeentes waren minder middelen beschikbaar voor een goede samenwerking met de gemeente. “Skarsterlân zal merken dat de veranderingen minder schokkend zijn dan voor de overige twee gemeentes”, aldus de wethouder. “In Lemmer en Balk zijn de hele korte lijntjes nu weg, maar daar komen andere communicatievormen voor terug. Allemaal om beter met elkaar in gesprek te kunnen zijn.”
Cultuuromslag
Het is even wennen voor de betrokkenen. Met name de achterban van de ondernemersverenigingen hadden wel wat vraagtekens toen de nieuwe manier van werken aan het licht kwam. “Er was wel argwaan, ja”, vertelt Klaas Jongsma. “Het gevoel van: ‘ziet de gemeente ons wel staan?’ En niet om de gemeente tekort te doen, hoor. Ondernemers begrijpen echt wel dat de ambtenaren het goed bedoelen, maar je hebt te maken met organisaties, culturen en verhoudingen. De intenties kunnen goed zijn, maar dat betekent niet gelijk dat het voor iedereen goed uitpakt. En tegelijk weet iedereen dat als we niks doen, we ook niks kunnen bijdragen.” Een actieve houding dus, voor de gemeente en de ondernemers. “Uit de comfortzone”, vat Bart Hakbijl het samen. “Met z’n allen beseffen dat we de invloed en de verantwoordelijkheid hebben om dit samen in te vullen.”
Jongsma waarschuwt voor een afwachtende houding. Blijven wij stilzitten, dan blijft iedereen stilzitten. “Komen wij als ondernemers met niks, dan doet de gemeente ook niks”, zegt hij. “En het moet ook niet zo zijn dat we met een verlanglijstje naar de gemeente stappen. Als we dat doen, gaat het niet werken. Dit geldt overigens net zo goed voor de gemeente. Ook zij moeten een actieve houding aannemen, geen enkel afwachtende. Dan zit iedereen weer op z’n eigen eiland. We zullen onderling goed moeten samenwerken en met een goed compromis komen.”
Samenleving 3.0
Volgens wethouder Veltman past deze manier van samenwerken goed bij de veranderende samenleving. “Aan alle kanten zie je dat de overheid meer een faciliterende rol op zich neemt, in plaats van een initiërende houding. Initiatieven ontstaan nu gezamenlijk. Bedrijven vormen eerst samen een plan en de gemeente kijkt dan hoe het dit kan faciliteren. Men rekende vaak op de overheid, maar de kennis zit in de ondernemers zelf. Die ondernemers maken dan samen de plannen. Dát is de samenleving 3.0.”
Ambitie
Het samenwerkingsproject staat nog redelijk onderaan de ladder en een keurig, vastomlijnde ambitie is moeilijk te verwoorden. Hakbijl doet een poging. “We kunnen allemaal wel mooie vergezichten hebben, maar de economische realiteit onderstreept dat er gewoon iets moet gebeuren. We moeten het bekijken vanuit de kans, niet vanuit de bedreiging. Als we in staat zijn om invulling te geven aan wat op ons afkomt, hebben we kansen.”
De ondernemersverenigingen en de gemeente zijn het roerend met elkaar eens: de nieuwe manier van samenwerken vereist tijd en aanpassingsvermogen, maar als beide partijen maar genoeg initiatief en opgestroopte mouwen tonen, heeft de gemeente De Friese Meren iets heel moois in handen. Aan enthousiasme in ieder geval geen gebrek. Veltman: “We zijn samen op weg en soms lopen we een doodlopende straat in, of moeten we op de kaart kijken. Maar als iedereen blijft doorlopen en zijn aandeel levert, komen we op een heel mooi eindpunt uit.”
Waar dat eindpunt zich precies bevindt, weet nog niemand. Duidelijk is in ieder geval dat er een verandering plaatsvindt waar De Friese Meren veel baat bij kan hebben. Het gesprek in St. Nicolaasga verliep in ieder geval zoals de heren het nieuwe beleid voor ogen hebben: vol strijdlust, elkaar de ruimte gunnend en met de blik ferm op de toekomst gericht.