Het Friese Landschap

december 12, 2025

Ik heb een haat-liefde verhouding met het Friese landschap. Nou ja, haat. Het is meer zo dat, wanneer ik twee weken in Wales of in de Auvergne heb gewandeld, het Friese landschap mij bij thuiskomst een beetje naar de keel vliegt. Dat strakke, groene biljartlaken, waar nog maar weinig planten en bomen mogen groeien, met hier een daar een boerderij, een groepje koeien en soms nog een zielig ondersteboven wapperende driekleur aan een roestig hek. Het steriele ervan is steeds even wennen.

Liefde voel ik echter óók, met name wanneer ik weer een beetje ben geacclimatiseerd en op een mooie dag met mijn racefiets door de wouden of de Noordwesthoek rij.

Van de Wouden vind ik het mooi dat het zo’n aangenaam rommeltje is. Vanuit de trein, maar ook vanaf je racefiets, mits je een flink vaartje hebt, weet je nooit precies waar je nu eigenlijk naar kijkt. Er zijn altijd struiken, rietkragen en schuurtjes die het uitzicht bemoeilijken. Is dat daarginds een natuurlijke plas water, of een aangelegde drenkpoel? Zie ik achter dat vervallen schuurtje een verroest landbouwwerktuig, of het karkas van een Opel Commodore uit 1971? En ligt daar aan de achterkant van een erf een rottend dood schaap, of is het een crèmekleurig afdekzeil, met daaronder een handeltje dat zich aan het oog van de fiscus onttrekt? Het is onzeker en spannend en zo probeer ik De Wouden ook te schilderen.

Van het Noordwesten van Fryslân vind ik eerlijk gezegd vooral de geur van klei zalig en verkwikkend. En natuurlijk de alom aanwezige Waddenzee, die je overal voélt en ruikt. Ook als je hem nog niet ziet; er is altijd die aankondiging van het grootse. De vele aandoenlijke dijkjes liggen als dichtgenaaide wonden openlijk zichtbaar in het landschap. Een herinnering aan de achting van de mens voor de zee. Zoiets moet je eigenlijk van boven aanschouwen, met een drone, of vanuit een luchtballon. Of gewoon: met je fantasie.

Vergelijkbare berichten

10 okt 2025