Koninklijke Damstra zet hoog in op duurzaam ondernemen

Koninklijk
Het ondernemerschap van de familie Damstra drukt al meer dan honderd jaar een duidelijke stempel op Driezum en omstreken. Zo veel zelfs, dat in 2008 de toenmalige burgemeester op bezoek kwam, om te polsen of het bedrijf interesse zou hebben in een koninklijk predicaat. “En ze gingen het allemaal zelf regelen”, aldus Teake Damstra. “En volgde een enorm onderzoek! Intern, extern, interviews met personeel, de historie wordt nagegaan, onze visie wordt onder de loep genomen…  Na anderhalf jaar kregen wij het bericht dat we een koninklijk predicaat zouden ontvangen en op dat moment waren we het eerste Nederlandse installatiebedrijf die dat kreeg.”

Eer
Een grote eer en het resultaat van een uitgebreide historie en een duidelijke visie. En in die visie zit ook nadrukkelijk de aandacht voor duurzaam ondernemen besloten, iets wat ook zwaar woog in het verkrijgen van het koninklijk predicaat. “Vanaf 1980 houden we ons al bezig met duurzame ontwikkelingen”, vertelt Damstra. “Constant zijn we bezig met energiebesparing en we zijn ook niet bang om nieuwe dingen te proberen. Toen LED-verlichting voor het eerst op de markt kwam, zijn we er meteen mee aan de slag gegaan. Direct kijken wat we er mee konden doen en ook in gesprek gaan met de fabrikant, om het allemaal nog beter te maken.”

‘Het begint bij jezelf’
Naast het leveren van duurzame installaties, kijkt Damstra ook naar zichzelf. “Het begint bij jezelf, dat moet je goed onthouden. Daarom willen we met ons bedrijfspand in 2018 energieneutraal zijn. Dat betekent dat we ieder jaar een stap moeten zetten om dit te bereiken. Ons pand is 1999 gebouwd en tien jaar geleden zijn we al gestart met warmteterugwinning. In plaats van warme lucht naar buiten te blazen, gebruik je de energie die daarbij vrij komt opnieuw. Dat is een belangrijk onderdeel geweest, maar we keken verder: we vervingen de beeldschermen van onze computers door LED-schermen en verplaatsten onze dataserver naar een datacentrum. Dat scheelt enorm in het stroomverbruik. De laatste stap die we nu gezet hebben is dat we afvalhout van de bouw gebruiken voor de  kachel. Dus feitelijk stoken we onszelf warm met het afval van ons werk.”

“Ons doel is om fossiele brandstoffen zo weinig mogelijk te gebruiken en te kijken naar alternatieven, zoals de zon en de wind. Hiervan moeten zo weinig mogelijk mensen last ondervinden. Dus geen grote windmolen in de tuin, waar de buren tegenaan moeten kijken. Het mag dan een investering zijn, maar kijk eens wat het je over vijf of tien jaar brengt. Het is echt een investering voor de toekomst en dat vinden we hier ontzettend belangrijk.”

Delen via

Vergelijkbare berichten