Met grote regelmaat wandel ik in het Leeuwarder Bos, tussen de vliegbasis en de Dokkumer Ee. Een prachtig gebied. Ruige boompartijen, vredige moestuintjes en diverse watertjes, waar op hete zomerdagen jeugdige stadgenoten van bruggetjes springen. Tijdens zo’n wandeling werd ik in 2023 opgeschikt door een luguber bord langs het water. Iedereen werd dringend afgeraden om erin te zwemmen, of te vissen.
Over de achtergrond heeft u intussen al veel kunnen lezen: een bodemverontreiniging met hoge concentraties PFOS, een schadelijke stof behorend tot de PFAS-familie. De bron van deze verontreiniging is de militaire vliegbasis Leeuwarden. Tot 2006 werd hier PFOS-houdend blusschuim gebruikt.
Deze kwestie raakt een pijnlijk onderwerp: de zorgplicht die de overheid heeft voor haar burgers. Met die zorgplicht zit de overheid met enorme Escher-knoop in de maag, om maar in kunsttermen te blijven spreken. Bijna onoplosbaar dus. Want hoewel er op de geplaagde locatie veel onderzoek wordt gedaan blijft er ook nog veel onzeker. En er speelt intussen een rechtszaak van natuurorganisaties tegen diezelfde staat.
Ik ben beslist geen komplotdenker. Ik ben ervan overtuigd dat Wetterskip en andere overheden (provincie, gemeente, defensie) er alles aan doen om het probleem op te lossen. Er wordt online veel informatie gegeven maar toch zijn de woorden niet geruststellend. Zo zijn er voor één van de in het bos gelegen moestuinen ‘extra adviezen’ gegeven. Zwem niet in het water, vang er geen vis voor consumptie, laat er geen honden in zwemmen en pas op je kippen. Ja, want in de kippeneieren op de bewuste locatie zaten óók veel te hoge concentraties.
In de oudheid en de middeleeuwen moest de mens leren leven met vele onzekerheden. Hoe slim en ontwikkeld we ook zijn geworden; de onzekerheden zijn gebleven. Want krijg je teveel PFOS binnen dan ga je dood. En ons land zit er waarschijnlijk vol mee. En in het Leeuwarder bos hebben mensen en dieren al jaren van het water gebruik gemaakt.
Ik loop door het bos langs de moestuintjes. Het is er rustiger dan enkele jaren geleden. Niemand schoffelt er meer in het groen. Het voelt een beetje als het landschap bij de Somme. Het oogt vredig, maar je voelt dat onder de huid van dat tafereel een diep litteken zit. Het litteken van stadsbewoners die jarenlang genoten van de gezonde arbeid in hún tuin, met s’ avonds de beloning van eerlijke groente op het bord, uit eigen tuin. Een verwoest Arcadië.