Trends in de bouw: krapte en duurzaamheid

Wat ziet u als de belangrijkste ontwikkeling in de bouw? Welke invloed heeft deze ontwikkeling op uw bedrijfsvoering?

Sjoerd Kuiper, directeur van Man&Mach: De belangrijkste ontwikkeling in de bouw is volgens mij het prefab bouwen.

Dennis Gijsman, directeur Van Vuuren Grou: Wij zien er twee. Ten eerste: verduurzaming. Zowel tijdens de bouw zelf, als het gebruik van duurzame producten in het gebouw. De markt vraagt steeds meer naar een deur bestaande uit duurzame materialen, geleverd door een bedrijf die deze deuren duurzaam produceert. Tevens krijgen wij steeds meer de vraag naar het circulair inzetten van deze deur.
De tweede: sneller leveren vanwege prefab-bouw. Van Vuuren zit in de utiliteitsbouw en bij deze gebouwen is prefab-bouw nog minder van toepassing. Alleen onze functionele deuren worden wel gebruikt voor appartementsbouw. Dat heeft invloed op ons proces, omdat wij sneller deuren dienen te leveren.

Rintje Miedema en Jelmer Bruinsma van Bouwbedrijf Jelle Bruinsma: De woningkrapte, verduurzaming en prijsstijging in de bouw vraagt om slimmere bouwsystemen. Eén daarvan is het prefabriceren en automatiseren van de woningbouw. Wij hebben hiervoor een bijna volledig geautomatiseerde fabriek gebouwd, die als dochterbedrijf BYNT deze prefab woningen en onderdelen gaat leveren aan meerdere opdrachtgevers.

Bedrijfsleider Remco van der Mossel van Heijmans Woningbouw Noord: Industrialisatie, verduurzaming en circulariteit zijn drie belangrijke ontwikkelingen binnen Heijmans. Eén van de oplossingen om de woningnood op te lossen is industrieel bouwen. Binnen Heijmans zijn we veel bezig met diverse industrialisatieconcepten. Hierin speelt verduurzaming en circulariteit een grote rol. Heijmans wil in 2023 volledig circulair zijn.

Robert Benedictus van Benedictus Bouwkundig Adviesbureau: Ik zie een aantal interessante ontwikkelingen die elkaar mogelijk versterken. Door het woningtekort en het tekort aan goedgeschoolde vakmensen in de bouw is er een verdergaande standaardisering van woningen en onderdelen van woningen (zoals badkamers) gaande. Woningen die in een fabriek geassembleerd worden en op de gewenste locatie neergezet worden, kunnen het tempo van bouwen enorm versnellen. Maar er moet ook aan de kant van de planvoorbereiding en procedures veel gedaan worden, dit zie ik als een bottleneck.

Daarnaast staat het Biobased bouwen (bouwen met hernieuwbare grondstoffen) nog in de kinderschoenen. Het is wel een hoopvolle ontwikkeling, waarvan ik hoop dat dit door de massa erkend gaat worden.

Op mijn bedrijfsvoering hebben deze ontwikkelingen weinig invloed. In het bouwtoezicht en bij het onderzoeken van bouwgebreken sta je achteraan in de bouwcyclus.

Zou u uw eigen bedrijf als traditioneel beschrijven, of bent u een echte ‘verduurzamer’?

Miedema en Bruinsma (Bouwbedrijf Jelle Bruinsma): Wij zijn in de kern traditioneel, maar springen in op de huidige situatie. Je moet als ondernemer dynamisch en flexibel zijn om de vraag uit de markt en veranderende regelgeving te kunnen beantwoorden, een voorbeeld hiervan is de oprichting van BYNT.

Van der Mossel (Heijmans): Onze visie is dat wij makers zijn van een gezonde leefomgeving. Onlosmakelijk hieraan verbonden is verduurzaming. Heijmans wil graag voorop lopen in gezonde woonoplossingen en hierin staan verduurzaming en circulariteit centraal. Als specialist in renovatie verduurzamen wij veel bestaande woningen voor corporaties en beleggers.

Benedictus (Bouwkundig Adviesbureau): Bedrijfsmatig is mijn bedrijf een traditioneel bedrijf. Aan het controleren op bouwplaatsen is niets duurzaams en ook een bouwgebrek analyseren is ‘traditioneel’ werk. In mijn hart ben ik een verduurzamer. Zo ben ik op dit moment onze eigen woning (een boerderij uit 1908) duurzaam aan het verbouwen naar een energieneutrale woning.

Kuiper (Man&Mach): Bij asbestsanering komt weinig verduurzaming kijken, maar we innoveren zeker.

Gijsman (Van Vuuren): Wij zijn een echte verduurzamer. Enkele jaren geleden waren we de eerste deurenleverancier die zich inschreef in de Nationale Milieudatabase. Ook hebben we  dit jaar, als enige Nederlandse deurenleverancier, het Cradle to Cradle-certificaat behaald. Het komen tot een duurzaam product en proces staat dan ook hoog in het vaandel.

Houd u ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving nauwlettend in de gaten? Zal bijvoorbeeld de Wet Kwaliteitsborging (die in 2022 ingaat) een grote invloed hebben op (de kwaliteit van) bouwprojecten?

Gijsman (Van Vuuren): De afdelingen Productontwikkeling en Marketing houden de ontwikkelingen goed in de gaten. Omdat wij bij verschillende hout-, bouw- en deurbranches aangesloten zijn, zijn we snel op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.
Wat de Wet Kwaliteitsborging betreft: de dossiervorming borgt de kwaliteit en juistheid van de geleverde producten. Dit leidt tot een kwalitatieve keuze voor de toe te passen bouwmaterialen en diensten en zal een verbetering van de keten bevorderen. Dat resulteert uiteindelijk in een hogere kwaliteit.

Kuiper (Man&Mach): Wij hebben te maken met de wet- en regelgeving omtrent asbest en die volgen we nauwlettend, maar in principe hebben wij niet of nauwelijks te maken met de Wet Kwaliteitswaarborging.

Benedictus (Bouwkundig Adviesbureau): Kwaliteit op papier is niet direct kwaliteit op de bouw. Dit is een grote misvatting die ten grondslag ligt aan de Wet Kwaliteitsborging. Het is een ordinaire bezuiniging op kwaliteitstoezicht, wat nog steeds noodzakelijk is. Iedereen kan op papier goed bouwen. Uiteindelijk gaat het om de vakmannen die het bouwwerk maken. Die zijn er steeds minder en helaas kom ik hiervan steeds meer voorbeelden tegen bij de bouwgebrekenonderzoeken: de bouwfouten zijn in negentig procent van de gevallen te wijten aan het ontbreken van tijd, kennis en kunde. Dit is een probleem dat niet op papier te vangen is.

Miedema en Bruinsma (Bouwbedrijf Jelle Bruinsma): Jazeker, om de regelgeving kun je niet heen: dit is leidend voor vergunningen. De Kwaliteitsborging zit er aan te komen en wij zijn er druk mee bezig, samen met de gemeente Waadhoeke draaien wij pilots om straks klaar te zijn wanneer het wordt ingevoerd.

Van der Mossel (Heijmans): In de bouw is de wet- en regelgeving constant aan het wijzigen. Heijmans zit vooraan bij die wijzigingen, hierdoor kunnen wij vroegtijdig inspelen op nieuwe ontwikkelingen. De Wet Kwaliteitsborging (WKB) is hier ook een onderdeel van. Wij voeren in 2021 en begin 2022 diverse projecten uit onder de nieuwe WKB. Onder andere onze eigen ontwikkeling van 22 woningen in Norg worden onder de WKB uitgevoerd.

Krapte op de arbeidsmarkt: waar zijn de mensen die goed met hun handen kunnen werken? Speelt dit probleem ook binnen uw onderneming?

Benedictus (Bouwkundig Adviesbureau): Als zelfstandige heb ik dit probleem niet. Je merkt wel in de huidige markt dat er bij elk bedrijf krapte is. Wachttijden die oplopen en helaas regelmatig nee moeten verkopen bij aanvragen van mensen die een echt groot bouwtechnisch probleem hebben. Ik wil ze dan graag helpen, maar heb er dan geen tijd voor.

Miedema en Bruinsma (Bouwbedrijf Jelle Bruinsma): Dit valt niet mee, vakmensen zijn moeilijk te vinden. Gelukkig hebben wij een vrij grote stabiele ploeg, dit zijn trouwe mensen die hier al een tijd in dienst zijn. Je moet er met het aannemen van werk rekening mee houden dat je dat met deze vaste kern kunt maken. De krapte is één van de redenen dat we hebben gekozen voor onze geautomatiseerde houtskeletbouwfabriek BYNT. In verhouding zijn hier door de automatisering minder handen nodig. Ook op de bouw zijn minder mensen nodig omdat de wanden, gevels, vloer en daken prefab worden geleverd en er op de bouw dus minder uren nodig zijn.
Kuiper (Man&Mach): Ook wij hebben problemen met het vinden van de juiste medewerkers. We leiden zelf mensen op voor de sanering.

Gijsman (Van Vuuren): Hier heeft Van Vuuren uiteraard ook mee te maken. Als bedrijf zetten wij enerzijds in op robotisering voor een hogere productiviteit: met evenveel mensen méér kunnen maken. Daarnaast proberen we ons te onderscheiden als goede werkgever en zorgen we voor prettige omstandigheden.

Van der Mossel (Heijmans): De krapte op de markt wordt steeds meer voelbaar. Wij zien dit bij onze eigen medewerkers, maar ook zeker bij onze co-makers. Wij hebben met veel partijen een langdurige relatie opgebouwd en hier plukken wij nu de vruchten van.

Op welk recent bouwproject bent u het meest trots?

Van der Mossel (Heijmans): Op het gebied van nieuwbouw hebben wij recent voor De Bouwvereniging in Harlingen 70 huurappartementen gebouwd, 13 koopwoningen en 16 koopappartementen (beide eigen ontwikkeling). Een project met een fantastische uitstraling. Ook in de renovatie hebben we mooie projecten, zoals de renovatie van 180 appartementen in de wijk Vinkhuizen in Groningen van woningcorporatie De Huismeesters.
Twee prachtige projecten waar we heel trots op mogen zijn.

Benedictus (Bouwkundig Adviesbureau): Inhoudelijk ben ik het meest trots op de bouw van de Brede School in Steenwijk-west voor de gemeente Steenwijkerland. Ik heb hier namens de opdrachtgever de directievoering en het bouwtoezicht verzorgd. We hebben in een goede en harmonieuze samenwerking tussen aannemer en opdrachtgever een prachtig gebouw gerealiseerd voor twee scholen, een kinderopvang, BSO en wijkcentrum. Hierbij is binnen budget en planning en met een goede bouwkundige kwaliteit een uniek gebouw gerealiseerd.

Gijsman (Van Vuuren): We leveren vele projecten waar we trots op zijn, met name ook de prachtige exportgroei die we op dit moment doormaken. Om toch een project te noemen: het Van der Valk hotel Leeuwarden. Niet ons grootste project, maar wel een project waarbij de opdrachtgever heeft gekozen voor onze onderscheidende duurzame oplossingen.

Miedema en Bruinsma (Bouwbedrijf Jelle Bruinsma): We zijn voor de bouwvak gestart met de bouw van tien kadewoningen in Deinum: vijf starterswoningen en vijf levensloopwoningen. We hebben dit in samenwerking met het dorp, de architect en de gemeente op een locatie aan het water voor een betaalbare prijs kunnen realiseren.

Kuiper (Man&Mach): Helaas zijn onze werkzaamheden alleen zichtbaar tijdens het werk: als wij weg zijn is alles schoon en opgeruimd en dus niet meer zichtbaar. We zijn bijvoorbeeld  trots op de klanten die al tientallen jaren ons de saneringen laten doen.  En waar we ook trots op zijn, zijn de reviews van klanten op de site van Klantenvertellen.nl.

Hoe ziet u uw bedrijf over vijf jaar? Welke ambities koestert u voor uw onderneming?

Kuiper (Man&Mach): We groeien door en ontzorgen de eigenaren van asbest steeds meer, door sanering in combinatie met herstelwerkzaamheden aan te bieden. Geen ‘half werk’ dus. Daarbij saneren wij ooit het laatste asbest van Nederland.

Van der Mossel (Heijmans): Over vijf jaar willen wij de veiligste bouwer van Nederland zijn met een if-cijfer < 1 (ongevallenfrequentie, red.). De ambitie is 0 ongevallen. Een grote uitdaging, maar ons motto is: ‘we bouwen veilig of we bouwen niet’. Daarnaast zal Heijmans co2-neutraal en 100% circulair zijn. Veel producten zullen geïndustrialiseerd zijn en wij willen de nr. 1 werkgever in de bouw zijn.

Gijsman (Van Vuuren): We willen marktleider in Nederland zijn op het gebied van het produceren en ontwikkelen van utiliteitsdeuren. Dat willen we bereiken met een hecht en professioneel team. Op het gebied van internationalisering en groei willen we nogmaals de omzet verdubbelen in vijf jaar. Van deze groei zal minimaal vijftig procent export-gerelateerd zijn. Op het gebied van automatisering zullen onze productie en -processen veel meer geautomatiseerd en gerobotiseerd zijn, dit zal leiden tot een verdubbeling van de productiviteit. 

Benedictus (Bouwkundig Adviesbureau): Ik ben zeer tevreden met de mix van werkzaamheden binnen mijn bedrijf. Op dit moment verzorg ik namens Smeets Bouwmanagement en Advies het bouwtoezicht bij een woningbouwproject van Nijestee in Groningen. Samen een mooi project realiseren is nog steeds prachtig om te doen.
Daarnaast krijg ik erg veel aanvragen voor bouwgebrekenonderzoeken. Het bouwtechnisch onderzoeken waar een probleem ligt en mensen een oplossing aanreiken geeft erg veel voldoening. Als zelfstandige zie ik mezelf de kennis die ik in de beide deelgebieden heb verbreden, maar ook de aanwezige kennis delen met collega’s en voor de toekomst: collega’s hierin opleiden.

Miedema en Bruinsma (Bouwbedrijf Jelle Bruinsma): Wij zijn een familiebedrijf en hebben een lange termijnvisie. Dat betekent dat we in tijden zoals nu, met krapte op de arbeidsmarkt, dit kunnen opvangen met een vaste ploeg mensen en vaste onderaannemers. Ook blijven wij meebewegen met de verduurzaming en nieuwe bouwsystemen die daarbij horen. Maar volgens ons zijn we daar met onze visie en reeds gemaakte investeringen al aardig ver mee.

Delen via

Vergelijkbare berichten