Samen aan de slag voor een klimaatbestendig Fryslân

maart 24, 2023

Door klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling neemt de kans op overstromingen, wateroverlast, droogteschade, hittestress en verzilting toe. Hoe zorgen we ervoor dat we in de tweede helft van deze eeuw nog goed kunnen wonen, werken en recreëren in Fryslân en het Groninger Westerkwartier? Deze vraag staat centraal in de ontwerpvisie ‘Fryslân Klimaatbestendig 2050+’. Een visie die ervoor pleit om water en bodem sturend te maken in de ruimtelijke inrichting van Fryslân. Dit vraagt om maatwerk per deelgebied (veengronden, kleigronden, zandgronden, Waddeneilanden en bebouwd gebied), want elk gebied kent zijn eigen uitdagingen en mogelijke oplossingen. De visie roept gemeenten, belangenorganisaties, terreinbeheerders, ondernemers en inwoners op om hiermee samen aan de slag te gaan. Vanaf 17 maart ligt de visie ter inzage.  

Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor Fryslân. Stijging van de zeespiegel bedreigt de kust en de eilanden. Tegelijkertijd zorgt dit voor de toename van zout in de bodem. Extreme neerslag en periodes van langdurige droogte zetten het watersysteem (grond- en oppervlaktewater) onder druk. De visie beschrijft wat er nodig is om ook in de toekomst te kunnen blijven wonen, werken en recreëren in Fryslân.  

Verder kijkt de visie vooruit naar de ontwikkelingen in de tweede helft van deze eeuw en hoe we daarmee kunnen omgaan. Uitgangspunt daarbij is de samenhang tussen het bodem- en watersysteem (grond- en oppervlaktewater) per gebied en de samenhang tussen de gebieden onderling. Hieruit komen acht leidende principes die richtinggevend zijn voor een klimaatbestendig water- en bodemsysteem. Hier heeft het Rijk eind vorig jaar ook aandacht voor gevraagd.  

Maatwerk per deelgebied 

In de visie delen we Fryslân op in vijf deelgebieden. Dit zijn de zandgronden, veengebieden, kleigebieden, Waddeneilanden en het bebouwd gebied. Voor deze gebieden zijn de belangrijkste vraagstukken, ambities, mogelijke maatregelen en ruimtelijke gevolgen uitgewerkt.  

  • In de veengebieden moeten bijvoorbeeld de bodemdaling en CO2-uitstoot nagenoeg zijn gestopt in 2050. De visie sluit hiermee aan op de doelen van het Veenweideprogramma. Dit lukt vooral door met maatwerk de grondwaterstanden te verhogen en meer zoetwater op te slaan. Ook de rest van Fryslân profiteert van deze maatregelen. Bijkomend voordeel hiervan is dat dit de afhankelijkheid van zoetwater uit het IJsselmeer vermindert.  
  • In de kleigebieden moeten we rekening houden met verdere toename van zout grondwater in de bodem en minder aanvoer van zoetwater vanuit het IJsselmeer. Met bijvoorbeeld het vergroten van de zoetwaterbellen onder weilanden en het vergroten van waterberging in het oppervlaktewater, kunnen we ons hierop voorbereiden. 
  • In de zandgronden moeten we water langer vasthouden door het minder snel af te voeren, zodat de bodem het kan opnemen. Grootschalig herstel van beekdalen, minder grondwater oppompen en het bevorderen van het organische stof- en bodemleven zijn hierbij belangrijk.  
  • Op de Waddeneilanden willen we een betere balans vinden tussen waterverbruik en aanvulling van zoetwater om de zoetwatervoorraad op peil te houden.  
  • Voor het bebouwd gebied willen we de risico’s van hitte, droogte en wateroverlast beperken. Dit kan door minder verharding, meer vergroening en ruimte voor waterberging. Voor nieuwe bouwplannen stellen we gerichte voorwaarden op. 

Vergelijkbare berichten