“Theo, de BMW voor je aan de lijn.” Dat werd er altijd geroepen als ik naar autobedrijf Ten Hoeve belde. Hij kende mij én mijn auto. En andersom deelde hij ook wat van zijn leven. Daarom verraste het niet volledig toen er een brief kwam over zijn vervroegd pensioen. Wel verdrietig: niet geheel vrijwillig, maar door allerlei uitdagingen.
Eén van die uitdagingen: het vinden van een goede monteur. Theo zocht tevergeefs. Of ze waren onbetaalbaar, of ze leverden prutswerk af. “Echte brommersleutelaars zoals vroeger zijn er niet meer,” verzuchtte hij. En ik zie dat beeld breder terug.
Toen ik nog in Drenthe woonde, gold ‘ga je mee brommers kieken’ als versiertruc. De brommer zelf speelde meestal een bijrol, maar jongens waren onderling wel degelijk trots op hun sleutelwerk. Tegenwoordig hanteren leerlingen de dopsleutel vaak pas op hun eerste stagedag, vertelde een bevriend autoschadeherstelbedrijf me.
Het zet me aan het denken. We klagen over tekorten in de techniek, zorg en horeca, maar vergeten dat het ook om trots gaat: trots op vakmanschap. Jongeren moeten niet alleen de kans krijgen om een vak te leren, maar ook om te ervaren hoe mooi het is iets met je handen te maken of te repareren.
Voor ondernemers ligt hier een uitdaging én een kans: hoe maken we het ambacht weer aantrekkelijk? Misschien moeten wij Marketeers zorgen dat ‘brommers kieken’ niet alleen een nostalgische grap blijft, maar een oproep met een knipoog wordt aan een nieuwe generatie makers. Geen sjans via je mobiel, maar indruk maken met je brommer. Is dat niet een mooi nieuw avontuur?
