“Wij zijn er aan gewend, dus het valt ons niet meer zo op”, zegt Riemersma relativerend. Hij heeft dan ook bijna 37 jaar de tijd gehad om aan het uitzicht te wennen. Zolang is het alweer geleden dat hij stopte als veehouder en het pootaardappelbedrijf in Munnekezijl overnam van zijn oom. Riemersma: “Je wordt eigenlijk alleen boer als het in de familie zit. De mogelijkheid deed zich voor om erin te stappen en dat heb ik gedaan.” Hij runt de onderneming samen met zijn vrouw Trienke. Inmiddels hebben ze 118 hectare grond, drie keer meer als toen ze begonnen. De Riemersma’s telen voornamelijk pootaardappelen, maar daarnaast ook bieten en granen.
Ondanks de enorme hoeveelheid pootgoed is de kans klein dat het zakje aardappelen bij de lokale supermarkt van de pootaardappelen van Riemersma komt. De meeste van zijn aardappelen gaan op de boot richting Noord-Afrika en Azië, naar landen als Egypte, Marokko, Saoedi-Arabië, Syrië, Israël en vooral Algerije. Riemersma heeft een logische verklaring voor de verre reizen van zijn product. “De mensen daar moeten ook eten. Aardappelen hebben weinig water nodig en groeien relatief snel. Ideaal voor de omstandigheden in die landen.”
Nederland, pootaardappelland
Nederland is een grote speler op de wereldmarkt van de pootaardappel. Jaarlijks wordt meer dan veertigduizend hectare grond in ons land gebruikt voor de pootaardappelteelt. Ongeveer zestig procent van de wereldwijde pootgoedexport komt uit Nederland, wat neerkomt op circa één miljoen ton pootaardappelen per jaar. Riemersma denkt dat Nederland voorlopig marktleider blijft. “We hebben hier goede grond en daarnaast de benodigde kennis en logistieke systemen die in andere landen ontbreekt.” De Friese kust is niet alleen vanwege de grond een goede plek voor het telen van aardappelen. De zeewind die er waait is misschien wel net zo belangrijk. Riemersma: “Luizen zijn in de aardappelteelt vaak een probleem. Ze komen mee op warme wind vanaf land, maar door de koudere zeewind krijgen de luizen bijna geen kans in dit gebied. En hoe minder luizen, hoe kleiner de kans op de overdracht van ziekten.”
Piet Paulusma
Zieke aardappelen. Dat wil elke aardappelboer voorkomen. De eisen voor de gezondheid van de aardappelen zijn streng. Daarom komt de Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK) elke dag langs om de aardappelen te controleren die klaarstaan voor transport. Daarnaast gaat er vier keer per jaar een keurmeester het veld in.
Een aardappelboer heeft niet continu alle touwtjes zelf in handen. Riemersma: “Elke dag begint bij ons met Piet Paulusma. In dit werk ben je heel erg afhankelijk van de omstandigheden zoals onder andere het weer. We zijn continu bezig te signaleren wat er gebeurt. Belangrijk is dat we altijd op het juiste moment op de juiste plaats zijn. Je moet geduldig zijn in dit werk.”
GPS
Riemersma is in de regio een voorloper als het op nieuwe technieken aankomt. Meer dan tien jaar geleden bedacht hij al dat hij zijn trekkers graag van GPS wilde voorzien. Met die techniek kunnen de machines tot op twee centimeter nauwkeurig recht op lijn rijden. Riemersma: “De man van het mechanisatiebedrijf begreep niet waarom ik het wilde hebben, maar belde me een paar weken later wel terug met de mededeling dat hij een systeem voor me had gevonden. Sindsdien zijn mijn machines uitgerust met het GPS-RTK-systeem. Nu gebruikt bijna iedereen het hier.”