‘We zijn het handwerk wat kwijtgeraakt’

februari 27, 2014

Allemaal zijn ze het erover eens: er liggen volop kansen in de provincie. "Zo worden bij Heerenveen en Leeuwarden momenteel nieuwe fabrieken gebouwd", opent Tineke Jorritsma (specialist werving en selectie AB Vakwerk). "Die zorgen voor veel arbeidsplaatsen. Vraag en aanbod kunnen nog meer naar elkaar toegroeien. De afgelopen jaren was er een schaarste aan jongeren met een technische studie. Hiervoor moeten de drie O's – onderwijs, ondernemers en overheid – de handen ineen slaan."

 

Focus op handwerk
Goed onderwijs is erg belangrijk, stelt Stanley Kho (Adjunct-driecteur, Compact Groep). "Maar je moet wel aansluiting vinden op arbeidsmarkt. We zijn de afgelopen tijd gefocust geweest op het studeren; de ambachten moeten niet vergeten worden." Jorritsma is het daar mee eens. "We zijn het handwerk wat kwijtgeraakt. De LTS en vakscholen hebben we een lange periode gemist." Canan Asilioglu: "En natuurlijk de Zuivelschool in Bolsward." De vestigingsmanager Olympia Uitzendbureau Leeuwarden vindt dat techniek al op jonge leeftijd gepromoot kan worden. "De keuze voor techniek maak je niet op vijftienjarige leeftijd, maar al ruim voor je tiende. Je kunt kinderen er op de basisschool dus al enthousiast voor maken."

 

Bert Kingma (directeur Adrenna Advocaten) ziet dit graag gebeuren. "Friesland heeft een voorsprong bij echte kennissectoren. We moeten zorgen voor een goede aansluiting met het onderwijs. Ook bij de uitvoerende kant. Er is meer dan ooit behoefte aan mensen die een vak beheersen." De toename van werk-leertrajecten, ofwel de BBL's (Beroep Begeleidende Leerweg), zijn een stap in de goede richting. "Goede werkgevers zijn er al mee bezig", zegt Kingma. Jorritsma: "Verstandig. Want wie het talent in huis heeft, heeft de toekomst." Asilioglu knikt. "Maar er is ook een groep die niet kiest voor een BBL-traject en elke dag naar school gaat. Zij hebben minder ervaring. Werkgevers moeten hen ook kansen geven. Hier ligt een adviesrol voor de uitzendbranche."

 

Talent en ervaring

Het tijdig aantrekken van jonge mensen gebeurt nog te weinig, vindt Kho. Omdat de financiën er niet zijn. Of door het karakter van het bedrijf. "Familiebedrijven zijn bijvoorbeeld vaak erg traditioneel, met veel oudere werknemers. Als daar een ervaren kracht vervangen moet worden, kunnen problemen ontstaan." Bert van het Meer (directeur, Parsec): "Het elastiek wordt tot het maximum uitgetrokken, tot het knapt. Dit geldt overigens niet alleen voor familiebedrijven." Kho merkt op dat regelmatig vrijwilligers worden ingezet om betaald werk uit te voeren. "Stuitend. Ook een vrijwilliger wil vaak graag een baan, maar er wordt doorgaans geen horizon geboden." Dat kan ver gaan, reageert Van het Meer. "Soms doen HBO-afgestudeerden, op zoek naar een baan, het (vrijwilligers)werk wat een gemeente behoort te doen. Dat kan toch niet waar zijn? Men maakt soms van een nood een deugd. Niet alleen overheid, ook de semi-overheid en het bedrijfsleven."Een andere O mag niet ongenoemd blijven, vindt Van het Meer: omscholen. "Oudere, gedreven werknemers met veel ervaring die langs de kant staan, moeten aan de bak komen. Soms missen zij voor een vacature iets in hun vooropleiding. Dit valt vaak goed op te lossen met om- of bijscholing."

Ervaren krachten samen met jong talent is een ideale combinatie weet Jorritsma. Beiden kunnen van elkaar leren. "Jongeren van nu groeien op in een heel andere tijd, waarin een vaste baan bijvoorbeeld niet meer vanzelfsprekend is. De mentaliteit verschilt. Het is mooi als verschillende generaties in een bedrijf optrekken."

 

Overheid aan zet
De politiek speelt een belangrijke rol bij de goede aansluiting tussen onderwijs en de markt, stellen de gesprekspartners. "Daar valt nog een slag te slaan", zegt Jorritsma. "Ondernemers moeten meer betrokken worden bij de besluitvorming. Er zijn al initiatieven. Zo vraagt VNO-NCW ondernemers als klankbord. Maar het moet beter." Asilioglu: "Dit kan al lokaal beginnen." Van het Meer hekelt de afwachtende houding bij veel scholen en bedrijven, die vaak het voortouw moeten nemen bij het koppelen van vraag en aanbod. "Men is zoekende en wacht met investeren. Waar wacht men op? Vaak op nieuwe wet- en regelgeving. Maar het kookpunt is nabij. Dan kan ook snel actie ondernomen worden; er zijn genoeg plannen. Het startschot moet nu gegeven worden. De overheid speelt daarbij een centrale rol."

 

Kingma: "De overheid moet wel een duidelijke route kiezen." Hij is zich bewust van een klassiek dilemma. "Veel wetten, zoals bij het arbeidsrecht, zijn politieke compromissen. Daarmee los je echte problemen niet op. Er moeten nu kwaliteitsslagen gemaakt worden. Het huidige arbeidsrecht is hier, volgens mij, niet op toegesneden. Het nieuwe ontslagrecht moet bijvoorbeeld de kosten van ontslag omlaag brengen, maar dat is niet het probleem." Wat dan wel? "Dat er bijvoorbeeld geen oplossingen zijn voor medewerkers die niet meekunnen met alle ontwikkelingen. De overheid kan werkgevers verplichten om personeel te scholen, maar medewerkers kunnen soms om uiteenlopende redenen niet omgeschoold worden." Kho besluit. "De flexibilisering in de arbeidsmarkt biedt zeker kansen. Aan de andere kant moeten werknemers tijdens het 'veramerikaniseren' voldoende beschermd worden. Ik vind het een spannende tijd."

 

 

Delen via

Vergelijkbare berichten